Zindelijkheidstraining

Honden verlaten instinctief al op een leeftijd van drie weken hun slaapgedeelte om ergens anders te gaan plassen. Dus we hoeven alleen maar te leren dat ons huis als het ware het nest is en dat ze dus naar buiten moeten om hun behoefte te doen.

Als u merkt dat de pup onrustig wordt en gaat rondsnuffelen, onderbreek dit gedrag dan en neem hem mee naar buiten. Laat hem daarbij lopen, til hem niet op, zodat hij leert waar de uitgang is. Wees buiten geduldig en wacht. Als hij zijn behoefte doet, prijst u hem uitbundig en geef hem een beloningsbrokje. Ga als hij zijn behoefte heeft gedaan niet altijd direct weer naar binnen. Dat kan hem namelijk een reden geven om niets meer te doen om zo zijn uitje te rekken.

Een ongeluk zit in een klein hoekje…
Mocht hij toch een ongelukje binnen hebben en u ziet het gebeuren roep dan NEE. Het is niet de bedoeling dat hij er echt van schrikt, het is meer om hem af te leiden. Til hem vervolgens op, dit zorgt voor een natuurlijke plasrem. Zet hem direct buiten en als hij daar verder gaat, prijs je hem uitbundig. Belangrijk is om uw pup nooit te straffen voor ongelukjes. Beschouw ongelukjes als uw eigen fout en neem uw pup vaker mee naar buiten. Ruim zijn behoefte op waar hij niet bij is, want misschien vindt hij de dweil en de emmer enzovoort wel heel erg leuk en krijgt hij op deze manier nog een soort beloning ook en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Neem de pup mee naar buiten:

• • • Na het eten
    • Na het spelen
    • Na het slapen
    • En ongeveer elk uur

Het beste is het om in het begin ook ’s nachts een keer naar buiten te gaan. Zorg ervoor dat uw pup bijvoorbeeld in een bench zit en geen ruimte heeft om zijn behoefte naast zijn slaapplek te doen. Op die manier weet u dat hij het op zal houden. Als de bench nog te groot voor hem is dan kunt u hem kleiner maken door bijvoorbeeld een lege doos op zijn kop erin te zetten. Voorwaarde is natuurlijk wel dat u hem dan weer op tijd uitlaat!! Als de pup onrustig wordt, pakt u hem zwijgend op en zet hem buiten. Als hij het gedaan heeft, beloont u hem kort, maar niet uitbundig en u zet hem dan direct weer terug op zijn slaapplaats. Geef hem voor het slapen gaan niet te laat nog eten, zodat er minder kans is dat hij zich ’s nachts moet ontlasten.

Hoe vaker u met uw hond naar buiten gaat, hoe minder hij binnen plast en hoe sneller hij zindelijk wordt. Houd er rekening mee dat elke pup een ander tempo heeft en hoe snel hij zindelijk is, hangt ook vooral af van hoeveel tijd en energie u erin steekt.

Af en toe een vergissing
Houd er rekening mee dat een pup tot zeker de leeftijd van zes maanden toch nog geen volledige controle heeft over zijn sluitspieren. Een vergissing tot die tijd en soms nog wel tot een jaar zijn dus te begrijpen en te verwachten. Ga dan weer te werk volgens de gewone zindelijkheidstraining zoals hierboven beschreven en verval niet in corrigeren!!

Onderdanigheidsplasjes
Sommige pups doen soms een plasje als ze begroet worden of op hun kop krijgen. Dit is een natuurlijke reactie, bedoeld als kalmerend signaal. Het is hun manier om te zeggen: “Ik ben nog maar klein, doe alsjeblieft voorzichtig met me!”. Negeer dit gedrag daarom, een pup die dit doet moet meer zelfvertrouwen krijgen en dit zal vanzelf komen als hij wat ouder wordt. Wordt dus niet boos, dit werkt zelfs averechts. Deze pup wil u juist graag een plezier doen en dat zal hij zeker doen als hij er achter is wat u van hem wilt.

Tip: om nare geurtjes te verwijderen gebruik Oxyfresh geurverwijderaar. Klik hier om product te bekijken.

Benchtraining
Het wennen aan de bench heeft zo zijn voordelen:

• De zindelijkheidstraining gaat gemakkelijker. Een hond wil zijn eigen nest niet bevuilen, dus u hoort hem ’s nachts onrustig worden als hij nodig moet. En zo kunt u hem dan weer op tijd buiten zetten.
• Als u even niet op uw pup kan letten, kunt u hem even in de bench zetten. Zo voorkomt u dat hij dingen doet die hij niet mag en hij kan niet ongemerkt een plasje doen. En wanneer bepaald gedrag (bijvoorbeeld slopen) de kans niet krijgt om te ontstaan, ontwikkelt zich ook niet de verkeerde gewoonte.
• U creëert een soort veilige plaats voor uw hond. Wanneer hij helemaal gewend is aan de bench zal hij er graag in gaan. Let erop dat dit ZIJN plaats is en dat ook kinderen hem daar niet storen.

Het wennen aan de bench kan gemakkelijk en spelenderwijs. Maak die bench leuk voor hem! Lok de hond met een brokje voor z’n neus de bench in waar hij het brokje krijgt, strooi er ook een paar in. Ook kunt u als de hond buiten zijn bench ligt te slapen hem voorzichtig optillen en hem erin leggen. In het begin laat u het deurtje steeds open staan. Als dit goed gaat, dan kunt u af en toe het deurtje sluiten. U blijft dan nog wel rustig in de buurt. U kunt bijvoorbeeld naast de bench wat gaan lezen, zodat hij wel uw steun heeft en u toch de hond verder geen aandacht geeft. Als dit goed gaat, kunt u uw afstand tot de bench gaan vergroten. Dit geldt ook voor ’s nachts, dan staat de bench voorlopig naast het bed, zodat u op zijn onrustigheid kan reageren (door bijvoorbeeld hand op de bench of zonder poespas even uitlaten). De afstand tot het bed kan u dan langzaamaan gaan vergroten, zo u dat wenst. Extra tip: geef hem ook altijd zijn bak voer in de bench.

Het is wel belangrijk dat u hem niet lang isoleert in de bench.
Hij kan immers nog niet goed alleen zijn. Ga niet naar de hond toe als hij piept. Want wanneer u daar op in gaat zal hij leren dat u op zijn zogenaamde verzamelsignaal inderdaad komt en zal dit gedrag dus gaan herhalen en dat willen we natuurlijk niet. Ga dus pas naar hem toe als hij stil is. Gebruik de bench NOOIT als strafplaats. De bench moet een leuke en veilige plek worden voor uw hond. Wel kunt u de bench als een goede “time-out” plaats gebruiken. Bijvoorbeeld als uw hond moe is na teveel opwinding of een lange wandeling, dan kunt u om “klieren” te voorkomen hem erin zetten met een lekker bot. Op deze manier geeft u hem zijn welverdiende rust.

Alleen leren zijn
Honden zijn sociale dieren en het is voor hen niet natuurlijk om alleen te zijn.

Een puppy is bang om in de steek gelaten te worden en hij zal moeten leren meer op eigen pootjes te staan. Pas vanaf een week of 11 is hij zelfstandig genoeg om te beginnen met wennen aan alleen zijn. Kies hiervoor een tijdstip uit dat hij vermoeid is en waarschijnlijk gaat slapen. Sluit hem op in de bench (waar hij dan natuurlijk wel al aan gewend moet zijn), zodat hij zich veilig voelt in zijn eigen hol. Ga vervolgens korte tijd weg. Eerst binnenshuis naar een andere kamer, later echt uit huis. Reageer niet op piepen of blaffen (tenzij hij echt overstuur is, je hoort het verschil wel….!). Vroeg of laat accepteert hij het dat hij alleen is en is hij stil en gaat slapen. Dan komt u terug en beloont hem. Steeds herhaalt u de oefening en voert u langzamerhand de tijd op van het alleen zijn. Als hij wat ouder is, kunt u hem gaan laten wennen om alleen te zijn zonder dat u de bench hoeft af te sluiten. Als u uw hond alleen laat, doe hem dan altijd zijn halsband of tuigje af, zodat hij nergens achter kan blijven hangen. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat u uw hond uren en uren alleen laat. Mocht u een keer echt langere tijd weg moeten als hij hieraan gewend is, schakel dan hulp van een bekende of een goede hondenuitlaatservice in.